Dit jaar ben ik (Frank) eindelijk begonnen aan het leren van de lokale stammentaal Ciyao. Na het leren van Portugees en vele bouwprojecten en DTS-en (Discipelschap Training School) heb ik eindelijk de agenda wat ruimer. Drie ochtenden in de week heb ik een dubbel uur les van Júlio (een Jeugd met een Opdracht collega). Op die manier kan hij wat verdienen om zijn gezin te onderhouden en krijg ik les in één van de moeilijkste Bantu-talen die er bestaan. Met het leren van de taal krijg je ook meer inzicht in de cultuur dus dat is alleen maar leuk. Het is wel pittig om een taal te leren waar je echt geen enkele connectie mee hebt. Er zijn gelukkig een paar woorden geleend en verbasterd uit het Engels en Portugees dus die blijven wel hangen. Veel Afrikanen verwisselen de R met de L (het lijken wel Chinezen). Daarnaast moet alles op een klinker eindigen en stoppen ze dus ‘ie’ achter dingen (zo heet ik ook “Frankie” hier). Het Engelse woord voor brood (bread) wordt zo omgebouwd tot ‘boleddie’. Voor de rest zijn het vooral lange werkwoorden waarin een heleboel wordt verteld. Zo wordt bijvoorbeeld de zin ‘Hij zal niet blij zijn’ gewoon één woord: ngakurangalala. Oftewel hijzalnietblijzijn. Verder hebben ze twee vormen voor verleden tijd en ook twee voor toekomende tijd; “kort geleden en lang geleden” en “bijna en nog lang niet”. Het is erg pittig maar ook erg leuk. Ik hoop in de toekomst genoeg te kunnen spreken om een goed gesprek te hebben met mijn buurman. Hier bij nog een korte impressie van één van mijn eerste taallessen waarbij Judah ook graag mee komt doen.
2 reacties
Wat een ingewikkelde taal zeg, veel succes hoor en jij ook Judah,
Veel liefs en God`s zegen hierbij,
Mam
Knap hoor Frank. Ha ha en zo herkenbaar dat verwisselen van de R en L. Toen ik afgelopen feb, in Kenia en Rwanda was dacht ik vaak dat ik mijn Engels verleerd had.